vrijdag 14 februari 2014

WOOHOO!!!

We gaan iets leuks doen met het hele gezin. Echt iets heel leuks en (!) met het hele gezin. Ikzelf, mijn vrouw, Meinte (14jr) en Jelle (11jr). We gaan met zijn 4'n meedoen met de Candle light spinning marathon. Voor een goed doel, uiteraard. Ja, zelf mijn jongste zoon, voetballer in hart en nieren, was enthousiast en wilde heel graag mee doen. Prachtig, prachtig, prachtig. Ja, maar eh..

Eerlijk gezegd: Ik heb een bloedhekel aan spinnen. 'Binnen fietsen' wel te verstaan, niet de achtpotige. Nuttige beestjes, zelfs als ze binnen spinnen.

Kan het qua sport nog gekker dan binnen fietsen? Ja, er is altijd wel een overtreffende trap: binnen hardlopen bijvoorbeeld. Psychiater/hardloper Bram Bakker schreef ooit al eens: 'Lopen op een loopband is net zoiets als seks met een opblaaspop'. In die vergelijking is binnen fietsen ongeveer zo sexy als een broekrok.

Maar mijn afkeur voor 'binnen fietsen', ookwel spinning of RPM'n, heeft niets met mijn sexuele voorkeur te maken. Het heeft te maken met de binnenfietscultuur. Ik reken mijzelf namelijk tot de buitenfietsers; wind op de kop, kou en regen op je lijf, of de schroeiende brandende zon op je huid. Vechten tegen de elementen en genieten van de omgeving, de natuur en de rust. Maar ook ik fiets wel eens binnen, op mijn Tacx. Met mijn virtuele PC fietsprogramma rij ik net alsof ik buiten ben, behalve dat de wind, regen, omgeving even uit zijn geschakeld. Uit pure nood, dat zeg ik je!

Wat mij tegenstaat bij spinning zijn de omstandigheden, de zaaltjes, de niet-buitenfietsers, de groupies, de uitdrukkingen... Gemiddeld is het 28 graden in een spinningklasje, volgepakt met huisvrouwen en mannen van middelbare leeftijd die hun bolides schuin op de parkeerplaats zetten zodat het zonlicht op hun parelmoerkleurige audi's beter uitkomt.

Van een uurtje 'les' worden er maar 45 minuten daadwerkelijk bewogen, fietsen kan je het niet noemen natuurlijk. De rest van de tijd wordt besteed aan stretchen en kletsen. Als je niet drie keer in de week mee doet heb je geen idee wanneer je zwaarder of lichter moet draaien, staan of zitten. Als je al kan horen wat de instructeur door de ruimte schreeuwt om nog net boven de oorverdovende muziek uit te komen.

Als ik buiten fiets is er geen instructeur die tegen me schreeuwt dat er nu(!) een heuvel aankomt, precies op de maat van de muziek, en ik dan ook nog eens zelf kan bepalen hoe steil hij is. Het is een publiek geheim dat de halve klas helemaal geen heuvel tegenkomt. Nog een kwartslag en nu op zijn zwaarst en dan nog een halve slag.. als ik goed oplet en alle draaiingen bij elkaar op- en aftel is de les alleen voor olympische kampioenen geschikt. Ik kan niet anders dan concluderen dat de roep om zwaarder te draaien net zoiets is als in een brandende trein roepen: "Geen paniek!"

Als je denkt dat je door de mand valt omdat je gewoon weg helemaal niet of nauwelijks zwaarder draait of maar een beetje lafjes meetrapt dan roep je gewoon een keertje "woohoo" of nog erger: "tandje erbijjjj!!" Woohoo! Woohoo als een uiting van ultieme zelfverheerlijking. Ik ken geen wielrenners die na de finish woohoo roepen, of bij het beklimmen van een berg luidschreeuwend "tandje erbij"roepen. Weet je waarom? Omdat je dan helemaal en volkomen kapot bent en helemaal geen zin en energie hebt om "woohoo" te roepen. Woohoo? Boohoo!

Vroeger riep ik wel eens woohoo. Toen ik elke dag in weer en wind van huis naar school naar huis naar training en weer terug fietste. Telkens 10 km's door het vlakke Frieze land. In regen en hagel, met gevoelstemperaturen van -25C in de winter van 1986. Ik riep woohoo als ik volkomen verkleumt en vermoeid na een schooldag alweer wind tegen had langfs de dijk richting Kimswerd en de hagel op mijn handen sloeg. Woohoo, het was de enige krachtterm die ik nog over had, nadat ik alle scheld- en vloekwoorden al meermalen gebruikt had. 'Woohoooooo' als uiterste wanhoopskreet. Ja hoor, ik fiets nog steeds, jippie, woohoo, tandje erbij.. %$#@$.

Nu zit ik daar in een zaal met zwaargewichten, 25 graden C, bidonnetje bij de hand en zometeen komen de kroketten langs. Geen wind, geen brandende zon, geen hagel.. naast mij roep iemand woohoo nadat we net weer mochten terugschakelen. Ik kan niet meer, ik ben kapot, geestelijk gebroken. De tranen schieten in mijn ogen als ik terugdenk aan mijn woohoo's..

En toch.. Straks bij de candlelight spinning heb je kans dat ook ik een keer "tandje erbij!" ga roepen en vooral "woohoo!" Niet omdat ik dat zo leuk vind, maar gewoon omdat ik niet wil opvallen als die narrige ouwe zwaargewichtige zeikerd, de vastgeroest zogenaamde buitenfietser die het allemaal al beleefd heeft. Hij die zijn luxe Lexus lekker dicht bij de ingang heeft geparkeerd. Ik hoor er gewoon even bij, ogen dicht en doortrappen. Want dat ken (en kan) ik dan gelukkig nog wel.

ps. heb je zin om toch lekker naast zo'n narrige ouwe zwaargewichtige zeikerd te zitten , kijk dan even op de facebook pagina van team Kanjers Elst. De candle light spinning marathon is op 22 maart en geeft je de gelegenheid om in het echt gewoon een paar keer "WOOHOO" en "TANDJE ERBIJ" tegen mij te roepen, ik zeg DOEN!

!